10 weken geleden alweer... wat is de tijd snel gegaan en wat heb ik ontzettend veel geleerd en gave dingen mogen doen! Maar nu is de afronding van de minor Kind, Leren & Media toch echt een feit. Ik wil graag beschrijven wat ik geleerd heb, wat het mij heeft opgeleverd en ik zal beschrijven hoe ik deze minor heb ervaren. Ik ben deze minor gestart met de vraag: ‘’Hoe kan ik op verschillende manieren media toepassen in mijn lessen?’’. Dit was natuurlijk een erg brede vraag. Maar ik werd al direct in het diepe gegooid. Op de eerste dagen kwamen er al veel verschillende, nieuwe tools aan bod. Ik moest er dus voor zorgen dat ik dit (allemaal) ging onthouden, zodat ik dit misschien later in mijn onderwijsontwerp kon gebruiken. Naast het feit dat ik nu weet hoe ik op verschillende, toegankelijke manier media kan toepassen in mijn lessen, heb ik nog meer geleerd. Namelijk het gebruik van Nearpod, een interactieve presentatie. Voorheen gebruikten ik vooral Gynzy, and that’s it. Ik wilde wel graag meer, maar wist niet goed hoe ik het kon inzetten in mijn onderwijs. Zo heeft het TPACK-model, ontwikkeld door Mattew Koehler en Punya Mishra (2014), mij inzicht gegeven in het ontwerpen van een interessante les. Hierdoor ben ik bewuster gaan nadenken, hoe je ICT kunt inzetten in lessen. Daarnaast hebben de hoeden van de Bono (2013) indruk op mij gemaakt. Ondanks dat ik niet aanwezig was bij deze les, heb ik er veel van geleerd. Ik herkende mezelf meteen in de groene hoed: creatief denken. Ik heb dit nog niet goed kunnen uitproberen op stage, maar wil dit zeker meenemen naar volgend jaar. Bijvoorbeeld in een discussievorm, waardoor de kinderen leren om vanuit verschillende perspectieven naar een probleem of onderwerp leren kijken. Nu ben ik vooral in groep 7 bezig geweest met 21st century skills (2010), Taxonomie van Bloom (2001) en het Competentiemodel (2012). Ik vond het ontzettend fijn dat ik veel tijd en ruimte van zowel de directie als mijn mentor kreeg om dingen uit te proberen. Hier heb ik dan ook optimaal gebruik van gemaakt. En over alles waren de kinderen dan ook razend enthousiast, dus ik kan dan ook alleen maar spreken van een groot succes! Daarnaast heeft groep 7 hier natuurlijk een hele belangrijke bijdrage aan geleverd. Ik heb tijdens deze minor gemerkt dat de betrokkenheid bij het gebruik van ICT erg hoog is. Daarnaast vind ik het belangrijk dat kinderen d.m.v. samenwerken, ervaren hoe zij met ICT en media om kunnen gaan en samen tot mooie resultaten kunnen komen. Ik wil Bernolf Kramer, Erik Meester, Stefan van Beurden en Alex Koks bedanken voor deze leuke, leerzame en zeer interessante en waardevolle minor! Het heeft mij zeker geholpen om mijn doelen voor een groot deel te verwezenlijken en mijn ogen te openen! Het pad is voor mij pas net geopend en ik ga hier dan ook zeker mee door! Jullie gaan zeker nog meer van mij horen, dus blijf me volgen!
0 Reacties
Een nieuw blogbericht, waarin ik jullie meeneem naar Society 3.0, juist ja 3.0. De ICT ontwikkelingen zijn de laatste jaren heel hard gegaan, maar ook het onderwijs moet er aan geloven. Is de huidige generatie leerkrachten wel klaar voor deze drastische veranderingen? Ik kan me nog herinneren, zo'n 8 jaar geleden toen ik in groep 8 zat... op vrijdagavond sprak ik met vriendjes en vriendinnetjes een bepaalde tijd af om op MSN te komen. Internet was nog niet zo gewoon en WIFI bestond nog niet! Nee, we moesten zelfs nog 'inbellen'. Een halfuurtje was al lang, want dat kostte de papa's en mama's klauwen met geld! En op school een digibord? Nee, éénmaal in de week SchoolTV Weekjournaal kijken met 3 klassen, dat die ochtend was opgenomen op een videoband was al een hele prestatie! Dus een hele ochtend naar een saai krijtbord kijken brak mij ook wel eens op. Alleen maar luisteren, luisteren en nog eens luisteren naar wat de juf of meester te vertellen had. Ik vond het ook lastig om mezelf de gehele ochtend te concentreren. Dus kan ik het de kinderen van nu wel kwalijk nemen, als zij een halfuur lang naar elkaar of naar mij moeten luisteren? Nee, tijden zijn veranderd! Er is meer communicatie en er zijn digitale (leer)middelen die we kunnen gebruiken om kennis over en met de hele wereld te delen. In de loop der jaren is er ontzettend veel veranderd wat betreft de vormgeving van het onderwijs. Hierdoor zijn wat mij betreft in ieder geval stappen genomen door de kinderen te betrekken en het steeds meer eigen maken van hun leerproces. Vroeger was het de leerkracht die voor de klas stond en alle informatie probeerde over te brengen aan de leerlingen. Hiervoor moesten de kinderen netjes in hun banken blijven zitten en maar luisteren en gehoorzamen, leerkracht gestuurd (Society 1.0). Er waren toen ook personen die niet helemaal achter dit type onderwijs stonden, dus is dit zich gaan ontwikkelen. Bij Society 2.0 is er meer zicht gekomen zodat kinderen ook inzicht krijgen in hun eigen proces. Hier mochten de leerlingen steeds meer samenwerken en overleggen. Er werd hierdoor meer aandacht besteedt aan de communicatie, community getuurd (Society 2.0). Dan zijn we beland in Society 3.0 waar deze blog over gaat. Hierbij leert iedereen van elkaar. Daarbij zorgt het toenemen van het internetgebruik dat de wereld steeds kleiner wordt. Ook kun je gemakkelijker wereldwijd met elkaar in contact komen. De communicatie bij society 3.0 verloopt voornamelijk via het internet of de telefoon, formeel gestuurd (Society 3.0). Society 3.0 gaat erover dat de wereld in een korte tijd snel veranderd. De banen van de toekomst zijn nog niet bekend, dit vraagt om ander soort onderwijs van de scholen. Het tempo veranderd, nog nooit eerder konden mensen en kennis zich zo snel en gratis met elkaar verbinden. Het gaat om de netwerksamenleving. Momenteel zitten we in de transformatiefase (van den Hoff, 2011). Dit is de fase waarin oude structuren omvallen en waarin mensen zich meer en meer gaan opsluiten. Men moet juist dingen gaan experimenteren en kansen gaan benutten. Mensen moeten nieuwe mogelijkheden zoeken en nieuwe contacten maken. Klein beginnen en uitbreiden als dat gaat (ondernemingszin). De vaste structuren verdwijnen in het leven. Mensen gaan steeds meer met anderen samenwerken ook door middel van sociale media. Mensen gaan anders denken en anders met elkaar om, men profiteert van elkaar. De samenleving verandert door alles wat er gebeurt op het gebied van netwerk en media. Het werk wordt anders en gemakkelijker, veel wordt door technologie in handen genomen, denk aan apps die mensen laten reageren als het echt nodig is. Mensen die vanuit thuis dan naar het werk kunnen als het nodig is of dreigt te zijn. Voordat ik aan deze minor begon gebruikten ik eigenlijk vooral het digibord en maakte het interactief door de kinderen naar het bord te halen. Maar nu heb ik geleerd dat het veel gemakkelijker kan (als je beschikt over voldoende materiaal uiteraard). iPads zijn haast niet meer weg te denken uit mijn lessen. Als introductie, verkenning of verwerking, er is altijd wel een leuke werkvorm te vinden voor een hogere betrokkenheid! Dit komt doordat ik steeds meer ben gaan nadenken, over hoe ik ICT middelen kan inzetten binnen mijn onderwijs. Daarnaast wordt de wereld om ons heen ook steeds moderner. Ik merk bij de wat oudere leerkrachten, dat zij het lastig vinden om deze sneltrein op het gebied van media en de veranderingen binnen het onderwijs bij te houden. De vraag die vaak gesteld wordt is dan ook of er nog leerkrachten nodig zijn in de toekomst. Naar mijn mening zal dit altijd zo blijven, maar op een andere manier: zij zullen de rol als coach in gaan vullen. Leerlingen sturen en begeleiden, in plaats van kennis overdracht!
Bronvermelding: Hoff, R. van den. (2011). Society 3.0. Amersfoort: Creative Commons, Stichting Society 3.0. Kennisnet (2011). Society 3.0. http://www.kennisnet.nl/sectoren/mbo/actueel/society-30-en-de-impact-op-het-onderwijs/. Bezocht op 23-06-2015. Kennisnet (2013). Worden onze leerlingen straks allemaal ‘knowmads’?http://innovatie.kennisnet.nl/worden-onze-leerlingen-straks-allemaal-knowmads/. Bezocht op 23-06-205. Movisie (2012). Maatschappelijk organiseren in Society 3.0. https://www.movisie.nl/artikel/maatschappelijk-organiseren-society-30. Bezocht op 23-06-2015. Social media is een verzamelnaam voor alle toepassingen van het internet. Het gebeurd niet alleen door informatie in de vorm van tekst. Ook via geluid en beeld. Deze worden allemaal gedeeld via social media websites. Ook wel: Sociale media staat voor 'Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'. Deze minor stond natuurlijk in het teken van (social) media. Denk aan Twitter, waarop ik actief bezig ben met het volgen van mensen in het onderwijs, gericht op mediawijsheid. Maar ook de Facebookgroep met de gehele klas, zodat we daar alle informatie en vragen op kwijt kunnen, handig! En hoe kun je nu een dag effectief invullen, als er een gesprek staat gepland met je leerkracht? Juist! Via Skype natuurlijk. Maar hoe kunnen we dit goed inzetten in het onderwijs? Wordt het niet gevaarlijker als je elkaar niet in het echt ziet? Is iedereen zichzelf als je veilig thuis op je eigen kamer achter je laptop zit? Wat kun je allemaal met de verschillende soorten social media? Hoe kun je social media inzetten binnen je onderwijs? Jongeren en social media zijn niet meer los te denken! Bijna alle kinderen hebben thuis de beschikking over internet en devices met social media. Daarbij gebruiken velen nieuw platforms zoals Instagram, Snapchat, Facebook en Whatsapp. Jongeren twitteren, appen met vriendjes en vriendinnetjes en delen hierdoor ervaringen, emoties en leren hierdoor van elkaar. Nederlandse kinderen zijn koploper m.b.t. social media gebruik in Europa. 70% van de kinderen tussen de 9 en 12 jaar heeft een profiel op een sociaal netwerk. Bij 13 tot 16 jarigen is dat al 87% (bron: inspiratieboek Sociale media op de Basisschool, 2012). Veel scholen maken gebruik van Youtube. Deze wordt gebruikt voor filmpjes bij een bepaald onderwijs. Maar 5% van de tieners op school, mogen gebruik maken van Facebook. Nog minder van Twitter, namelijk 3%. De nieuwe media zoals Instagram, wordt zelden gebruikt op school. Educatieve kansen voor Facebook: Facebook werkt interactief. Kinderen kunnen hun eigen werk presenteren, waarna klasgenoten hierop kunnen reageren. Hierbij leren ze om online samen te werken en online hun kennis met elkaar te delen. Het is een nieuwe dynamische manier van leren die zeker aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. Educatieve kansen voor Instagram: Start een fotoproject in de klas en gebruik Instagram als social media tool om het resultaat te presenteren. Daag kinderen uit om creatief bezig te zijn met fotografie. Educatieve kansen Twitter: Geef een leerling feedback over het werkstuk of complimenteer iemand met een presentatie. Je kunt via een DM (persoonlijk bericht) berichten naar elkaar sturen. Ook kinderen kunnen vragen stellen aan de leerkracht, zonder dat anderen meelezen. Daarnaast kunnen leerkrachten zorgen voor kennisoverdracht met de tool Twitter. Je kunt linken naar boeken, teksten of filmpjes. Maar toch voelen leerkrachten aarzelingen om actief Facebook in te zetten in de klas. Wat doe je als leerlingen 'vrienden' met je willen worden? Hoe ga je om met berichten of foto's die ongepast zijn? Als leerkracht is het verstandig om te zorgen voor een privéaccount en en professioneel account. Daarnaast is het belangrijk dat er afspraken gemaakt worden m.b.t. het gebruik van Facebook. Kinderen moeten leren wat wel en niet door de beugel kan. Social media heeft diverse voordelen:
Natuurlijk denkt u ook aan de nadelen. Ja, want ook die zijn er te vinden. Maar zijn er niet altijd en overal nadelen te bedenken?
Bronvermelding: Kennisnet. Mijn kind online (2013). http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Dossier_mediawijsheid/Publicaties/handboek-sociale-media-op-school.pdf. Bezocht op 23-06-2015. Social media. https://www.mediawijsheid.nl/sociale-media/. Bezocht op: 23-06-2015. Social-media. http://www.social-media.nl/. Bezocht op 23-06-2015. Vroeg in de week alweer een nieuw blogbericht, dit maal over mediawijsheid. Wat is het? Hoe is het ontstaan? En wat doen we eraan? Allemaal vragen die zullen worden beantwoord in dit blogbericht. Met uiteindelijk de vraag, hoe mediawijs ben jij eigenlijk? Wat is mediawijsheid nu precies? De Raad voor Cultuur introduceerde het begrip in 2005 als: '... het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld'. Deze beschrijving wordt door velen als lastig ervaren, om in de praktijk mee te werken. Want als je niet goed weet waar mediawijsheid precies voor staat, hoe kun je er dan onderzoek naar doen, lesmateriaal voor ontwikkelen, laat staan het meten? Om deze vragen te beantwoorden heeft Mediawijzer.net het Mediawijsheid Competentiemodel (2012) ontwikkeld op basis van 10 competenties. Van elke competenties is een verdeling in 5 niveaus gemaakt: In dit model is de definitie van mediawijsheid kernachtig verwoord: 'Mediawijsheid = de verzameling competenties die je nodig heb om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving'. In onderstaand filmpje wordt uitgelegd waaruit het Mediawijsheid Competentiemodel bestaat: Ik zie het Mediawijsheid Competentiemodel als een soort competentievenster voor leerkrachten. In dit competentievenster staat hoe jij je, als goede leerkracht mediawijs moet gedragen. Dit is per fase uitgebouwd, ook voor leerlingen. Er staat per leeftijdsfase wat kinderen moeten kunnen/leren op het bied van mediawijsheid. Ik vind het een erg handig model om te gebruiken bij het maken van lessen. Je kunt jezelf afvragen op welk niveau de kinderen zitten en waar je naartoe wilt.
In deze moderne, digitale samenleving, vind ik het belangrijk dat kinderen competenties van het Mediawijsheid Competentiemodel ontwikkelen. Kinderen worden voorbereid op beroepen die nu nog helemaal niet bestaan. We moeten ze klaar stomen voor de toekomst! En die toekomst ligt voor een (groot) deel in mediawijsheid. Ik vind het belangrijk dat kinderen weten hoe ze apparaten en software toepassingen gebruiken. Dit heb ik proberen te verwezenlijk binnen mijn onderwijsontwerp: er zit veel meer achter het gebruik van een iPad dan alleen een spelletje spelen. Of misschien nog veel belangrijker, je kunt er nog veel meer mee! Ik heb de kinderen tijdens verschillende momenten met iPads laten werken en ze laten oriënteren binnen die mediaomgeving. Bijvoorbeeld tijdens een presentatie, het maken van een strip, het brainstormen, maar ook tools als Skype en iMovie kwamen voorbij. Ik hoop mijn leerlingen op deze manier mediawijzer te maken via het competentiemodel. Ik kan alleen nog maar zeggen: 'Probeer, experimenteer en leer met, van en door mediawijsheid!' Bronvermelding: Mediawijzer.net (2012). Competentiemodel. http://www.mediawijzer.net/competentiemodel/. Bezocht op 14-06-2015. Zwanenberg, F., Pardoen J. (2010). Handboek mediawijsheid op school. Stichting mijn kind online. Dit keer een iets andere blog dan jullie van mij gewend zijn. Ik ga in op Hoeden van De Bono, neem daarin mijn eigen ervaringen mee en maak een vertaalslag naar de innovatietheorie van Rogers. Edward de Bono is een Brits psycholoog, arts en managementauteur en bedenker van de Hoeden van De Bono! Een goede techniek om samen tot het juiste besluit te komen, is de zes denkhoeden van De Bono (2013). Hiermee kun je vanuit verschillende perspectieven naar een vraagstelling of probleem kijken. Deze techniek is ontwikkeld door Edward de Bono. Het gaat uit van het idee dat mensen vaak geneigd zijn problemen steeds op eenzelfde manier te benaderen. Door de denkhoeden te gebruiken, word je gedwongen om het probleem ook eens van een andere kant te bekijken. Een denkhoed staat voor een manier van denken. Er zijn zes denkhoeden en iedere kleur symboliseert een andere manier van denken. Je kijk op een situatie hangt dus af van de hoed die je op hebt. In onderstaande afbeeldingen staat precies beschreven wat de hoeden betekenen: Herken jij jezelf al in een bepaalde hoed? Kijk eens rond in je omgeving, welke hoed dragen die mensen? Ikzelf draag vaak de groene hoed: creatief denken. Dit is ook vooral gekomen tijdens het volgen van deze minor Kind, Leren & Media. Ik durf meer uit te proberen en vind het ook erg leuk om te doen. Ik durf nu eerder naar het team toe te stappen om goede ideeën aan te dragen. Dankzij deze minor kan ik op de scholen waar ik stage (ga) lopen/werken een steentje bijdragen aan de ontwikkelingen op het gebied van ICT. Ik zal geen innovator worden, maar ben wel zeer positief gaan kijken naar het gebruik van ICT in het onderwijs en daarom behoor ik tot de early adopters (Rogers, 2003). Tijdens deze minor ben ik hier actief mee aan de slag gegaan en heb ik een mooie vooruitgang geboekt. Nu is het voor mij een uitdaging om teams en directeuren van scholen net zo enthousiast te krijgen als ik! De theorieën van hierboven kunnen aan elkaar gekoppeld worden met onderstaand schema: innovatietheorie van Rogers en de Hoeden van de Bono: De denkhoeden-techniek is bij uitstek een manier om de creativiteit te bevorderen binnen besluitvorming. Vanuit een volledig nieuw gezichtspunt bekijk je de vraagstelling. Dit levert verrassend nieuwe invalshoeken en alternatieven op.
Bronvermelding: Bono, E., de. (2013) Zes denkhoeden van Edward de Bono. http://www.leren.nl/cursus/management/besluiten-nemen/denkhoeden.html. Bezocht op: 11-06-2015. Rogers, E.M. (2003). Diffusion of innovations (5th ed.). New York. Zoals ik jullie vorige week beloofd heb, zou ik deze week in gaan op mijn onderwijsontwerp 'Veilig internetten'. Ik zal jullie meenemen in mijn ontwerp en laten proeven wat de leerlingen van groep 7 deze week hebben ervaren. Om mijn lessen theoretisch te kunnen onderbouwen, neem ik jullie mee langs de 21st century skills (Voogt & Roblin, 2010) en de Taxonomie van Bloom (2001), die terug te vinden zijn in mijn lessen. Ik opende mijn lessenserie indrukwekkend met een gemene e-mail naar de directrice van de school. Deze e-mail had ik namens mentor verstuurd, buiten zijn weten om. Het vervolg hiervan was, dat de directrice de klas in kwam gestormd, waarbij de kinderen verbaasd stonden te kijken toen de directrice tegen mijn mentor tekeer ging. Hiermee had ik de kinderen gelijk te pakken: 'Veilig internetten'. Gelukkig kwamen de leerlingen er al vrij snel achter dat ik achter de gemene e-mail zat en ben ik begonnen met mijn les. Alle leerlingen hadden gedurende deze lessen de beschikking over een iPad. Via 'Padlet' ben ik met de kinderen in gesprek gegaan over de vraag: 'Waar denk je aan bij veilig internetten?'. Hier kwam veel uit naar voren, wat terug kwam in mijn lessen. Wat mij direct opviel, is dat de leerlingen het erg lastig vonden om een webadres over te typen, daarnaast konden ze mij ook niet vertellen wat een browser was, terwijl ze allemaal op internet zitten en allerlei social media accounts hebben, apart vindt u ook niet? Vervolgens heb ik de tool 'Classdojo' bij ze geïntroduceerd, die gedurende het project op de achtergrond meedraait. Hierover waren ze meteen enthousiast en vonden ze de 'monstertjes' geweldig! Ik heb de kinderen zelf de opdracht gegeven, om te bedenken wat ze nu uiteindelijk met hun verdiende punten willen doen: een aflevering van StukTV kijken! Toen ben ik een interactieve presentatie op 'Nearpod' begonnen. Alle kinderen zaten met open mond te kijken en verbaasde zich dat iedereen 'mee kon doen' in dezelfde presentatie. Ze waren hierdoor super betrokken en wilden veel vertellen. Ik heb ze toen laten werken aan het werkblad 'Internet' wat ik voor ze gemaakt had. In een soort woordweb konden ze aangeven wat ze graag doen op internet en wat niet, welke accounts ze hebben en of ze bekend zijn met hun 'nickname'. Deze les ben ik afgesloten met 'Veilig internetten The Game'. Hierin konden de leerlingen zowel thuis, als op school hun geleerde informatie over 'Veilig internetten' direct verwerken in de game, ook deze draaide het gehele project mee op de achtergrond. Na deze eerste les waren de kinderen super enthousiast en konden niet wachten op de volgende les! Als ik deze eerste les zo analyseer, kan ik zeggen dat ik aan de eerste trede van de Taxonomie van Bloom (2001) heb gewerkt: Onthouden. Ik ben namelijk deze les gaan inventariseren wat de kinderen al weten over 'Veilig internetten' en ben dit gaan beschrijven en benoemen op verschillende manieren. Pas in de tweede les ben ik bezig geweest met stap 2: Begrijpen. Ik ben concepten gaan uitleggen aan de kinderen, die zij geïnterpreteerd en samengevat hebben voor zichzelf. Kijk maar eens mee naar les twee: ook deze les trok ik weer direct de aandacht, door persoonlijke gegevens van een leerling te verwerken in een PowerPoint. De leerling was in shock, maar ook de rest van de klas greep dit aan! Ik maakte de kinderen bewust van de online gevaren. (Weetje: deze leerling kwam 's middags met moeder naar school en vond het erg goed dat ik bezig was met dit onderwerp. Daarnaast had ze ook de privacy direct aangepast, ik kon het nu dus niet meer zien. Doel bereikt!). Vervolgens ging ik door met de zoekmachine Google, zo groot en zo veel! Maar middels een filmpje heb ik de kinderen duidelijk kunnen maken hoe deze zoekmachine nu eigenlijk werkt. In het werkboekje had ik voor de kinderen een verwerkingsopdracht rondom 'Zoeken'. Ze gingen aan de slag met verschillende zoekmachines en moesten een schoolreisje bedenken voor de gehele klas, dat niet verder dan 30 kilometer van de school lag en niet meer dan €15 per persoon kostte. Na deze opdracht zijn ze zichzelf gaan 'Google-en' en hebben hierbij een bitstrip gemaakt via 'Bitstrips for Schools'. De kinderen waren razend enthousiast, maar wat me opviel was dat de kinderen niet zelf gingen experimenteren. 'Juf hoe moet dit?' was vaak de vraag die gesteld werd, waarop ik antwoordden, 'Probeer er zelf eens achter te komen of met anderen'. Ik denk dat deze kinderen enorm geremd zijn in hun creatieve ontwikkeling, alles wordt voorgekauwd of is geautomatiseerd. Maar wanneer ze met iets nieuws in aanraking komen slaat de paniek toe en durven ze niet te experimenteren (Vrije Denkers, 2013), zonde! Doordat de kinderen allemaal zo enthousiast waren over deze tool, heb ik ervoor gekozen om ze de strips thuis af te laten maken. Hieraan hebben ze dan ook allemaal nog keihard gewerkt en zijn er prachtige werken ontstaan! Vervolgens ben ik met de klas gaan praten over dingen die je wel of niet op internet zet, ook hiervoor had ik weer Nearpod ingeschakeld. Samen met de klas hebben we toen een top 5 gemaakt van dingen die je niet op internet zet:
Om de gevaren van het plaatsen van een foto/filmpje in te laten zien, heb ik een foto van de handen van de kinderen gemaakt, om deze vervolgens op mijn Facebook te plaatsen en een week later het resultaat te bekijken: Het resultaat was adembenemend: er hebben maar liefst 31786 mensen de video bekeken, waarvan hij 1066 keer gedeeld is en 48 keer geliked. Hiermee heb ik de kinderen kunnen laten zien, wat een groot bereik zo'n foto/video kan hebben en het gevaar wat hierachter schuilt! Daarnaast heb ik het met de kinderen ook gehad over goede wachtwoorden en persoonlijke gegevens, hierover heb ik ze verschillende tips gegeven. Ook zijn ze zelf nog even met wachtwoorden aan de slag gegaan. Door het vele 'Google-en' van vandaag, heb ik de kinderen 'Project X Haren' op laten zoeken, waar ze voorheen niets vanaf wisten en mij daarna haarfijn konden uitleggen wat daar is gebeurt! Het was een volle, leuke, interactieve, interessante, leerzame les voor de kinderen, waar ze geen genoeg van konden krijgen! En waarvan ik denk, dat ik bij trede 3 in de Taxonomie van Bloom (2001) ben uitgekomen: Toepassen. Door de verschillende tools en werkvormen die ik gebruikt heb in deze les, zijn de kinderen de informatie gaan gebruiken in een andere context. Ze zijn zelf aan de slag gegaan met de moeilijke begrippen. Zoals gewoonlijk, had ik ook voor de derde les een 'uitblinker' om mee te starten. Zo kwam er een Skype-oproep naar boven op het digibord, waarin een meisje de klas een probleem gaf, waarmee zij aan de slag gingen rondom cyberpesten. Dit meisje had namelijk een foto van zichzelf in bikini op Facebook geplaatst, vervolgens had een jongen deze foto overal verspreid en verdacht zij hiervan haar beste vriendin, die ze vervolgens had uitgescholden. Ze zat dus met twee problemen: namelijk haar foto die het internet rondgaat en de ruzie met haar beste vriendin! Samen met de klas hebben we hierover gesproken en de oplossingen voor haar op een rijtje gezet. Door dit onderwerp in de klas bespreekbaar te maken, werden er door de kinderen veel verschillende situaties geschetst. Het was erg mooi om al die voorbeelden te horen en dat de kinderen na deze lessen echt alert zullen zijn op het cyberpesten. Zelfs ouders zijn naar me toe gekomen om te vertellen hoe goed ze het vonden dat ik met dit onderwerp bezig was! Vervolgens heb ik de kinderen via Nearpod weer actief weten te betrekken door vragen te stellen over pesten. Daarna heb ik ze in groepjes uiteen gestuurd om aan de slag te gaan met de 'placemat methode' rondom regels voor 'Veilig internetten' in de klas. Per groepje hebben ze deze regels opgeschreven en deze hebben we daarna klassikaal teruggekoppeld en op papier gezet om de kinderen hiervan bewust te maken.
Eindelijk was het dan zover, de kinderen waren wel een beetje zenuwachtig, maar hadden er super veel zin in! Saskia begon het gesprek door kort iets over haar zelf te vertellen, waarna de kinderen verder gingen met de vragen voor haar. Om dit gesprek interactief te maken, had Saskia ook een aantal vragen voor de kinderen bedacht. Zo hebben ze digitaal een enquête in moeten vullen en moesten ze dingen opzoeken op de iPad. De kinderen waren hierbij super betrokken en ze vonden het erg leerzaam. Ook vonden ze het best bijzonder om zo met iemand te communiceren, het was een zeer waardevol gesprek, we hadden nog uren door kunnen gaan! Hierbij sluit en Skypegesprek goed aan bij stap 4: Analyseren. De kinderen zijn een deskundige gaan ondervragen en hebben antwoorden gezocht op vragen. Ze hebben nu de informatie niet alleen van mij gehoord over cyberpesten, maar ook iemand anders heeft erover vertelt. Het einde van mijn onderwijsontwerp komt alweer in zicht, hiermee sla ik even stap 5 over uit de Taxonomie van Bloom (2001), maar vlieg ik door naar 6: Creëren. Op dit punt heb ik de kinderen vertelt over de eindopdracht: in groepjes ga je een jeugdjournaal reportage maken over 'Veilig internetten'. Hierin mag je alles verwerken wat we de afgelopen week hebben behandeld, van weetjes tot toneelstukjes en het nieuwsbericht, dit maak je in 'iMovie'. Hiervoor moesten ze eerst samen bedenken waarover hun journaal zou gaan en gingen ze 'mindmappen'. Als er goede ideeën op papier stonden konden ze aan de slag met het filmen. Hoe meer vorm het idee kreeg, hoe enthousiaster de kinderen werden. De kinderen waren hierbij hard aan het werk in de school en er werden goede nieuwsberichten gemaakt. Alle groepjes hebben een journaaluitzending gemaakt en iets moois neergezet, waar ze trots op mogen zijn! De kinderen zijn tijdens deze opdracht dus nieuwe ideeën gaan creëren en hebben ontwerpen gemaakt en zelfs uitgevoerd, prachtig om dit te zien bij de evaluatie: stap 5 Evalueren. Uiteindelijk hebben we alle filmpjes in de klas bekeken en hebben we de eindresultaten besproken en hebben de kinderen hun keuzes gemotiveerd. Mooi om te zien wat ik in deze korte periode de leerlingen mee heb kunnen geven over 'Veilig internetten'. En dat wilde de directrice de leerlingen ook meegeven, dat ze trots mogen zijn op wat ze de afgelopen week gedaan, gemaakt en gecreëerd hebben in groep 7 rondom 'Veilig internetten'! Als verrassing kwam zij aan alle leerlingen het diploma 'Veilig internetten' uitreiken! Wat een prachtig resultaat heb ik geboekt, ik ben dan ook oprecht onwijs trots op mijn leerlingen. Met hoeveel enthousiasme en betrokkenheid zij mijn lessen hebben gevolgd, ik kan zeggen dat ik een mooie stap heb gemaakt binnen het innoverend onderwijs! Dit kreeg ik dan ook terug uit de feedback van de leerlingen. Ze vonden het allemaal erg leerzaam en interessant, het was top! Ook de 21st century skills (2010) hebben een belangrijke rol gespeeld in mijn onderwijsontwerp, zowel voor de leerlingen, als voor mijzelf. De competenties uit het model die hierbij komen kijken zijn:
Bronvermelding:
21st Century Skills. http://www.kennisnet.nl/themas/21st-century-skills/vaardigheden/benodigde-vaardigheden-voor-de-21ste-eeuw/. Bezocht op 09-06-2015. Anderson, L., Krathwhol, D. & Bloom, B. (2001). A taxonomy for learning, teaching, and assessing: A revision of Bloom’s taxonomy of educational objectives. Allyn & Bacon. Creemers, M. (26-07-2011). 21st Century Skills; onderwijs in de 21e eeuw.http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/21st-century-skills/. Bezocht op 09-06-2015. Saskia Dellevoet. (2009). In mijn Sas: Mediacoach – mindful coach. http://saskiadellevoet.blogspot.nl/. Bezocht op 09-06-2015. Taxonomie van Bloom. http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-leeractiviteiten/bloom. Bezocht op 09-06-2015. Voogt, J. & Roblin, N. (2010). Discussienota 21st Century Skills.http://www.21stcenturyskills.nl/onderzoek/. Bezocht op 09-06-2015. Vrije Denkers (2013). Doen is de beste manier van denken.https://www.youtube.com/watch?v=GUTM8xnh7DM. Bezocht op 09-06-2015. Deze week stond op het stage in het teken van het regelen en het mogelijk maken van mijn onderwijsontwerp over 'veilig internetten'. Hiervoor heb ik veel moeten ontwerpen en regelen. Op de Pabo stond gamification deze dagen centraal. Zo zijn we aan de slag gegaan met het ontwerpen van onze eigen game! Opnieuw een korte week, dit betekende dat ik dinsdag alles voor mijn onderwijsontwerp op stage geregeld moest hebben, zodat ik hier aankomende week mee van start kan gaan. Doordat er bij de bovenbouw leerkrachten vraag was naar het 'veilig internetten', heb ik hier mijn onderwijsontwerp omheen bedacht. Leerlingen weten vaak niet goed wat ze doen en zien de gevaren er niet van in. Ik heb het deze week allemaal voor elkaar gekregen om allerlei gave tools en activiteiten te gaan doen rondom 'veilig internetten'. Daarnaast was de directeur ook erg enthousiast over mijn ontwerp en zal dus ook een aandeel hebben binnen mijn lessen. Om het nog succesvoller te maken, ga ik aan 'veilig internetten' een teamvergadering weiden. Hierin zal ik de leerkrachten 'bijscholen' op dit gebied en de mogelijkheden en gevaren hiervan laten inzien. Super gaaf dus! Volgende week ga ik jullie precies vertellen hoe het in zijn werk is gegaan! Nog even geduld dus, ik heb er in ieder geval onwijs veel zin in! 'Het is maar een spelletje!' waren de woorden waar het deze week allemaal mee begon. Gamification stond namelijk centraal, want spelletjes spelen doen we allemaal, maar wat maakt een spel spelen nou zo leuk? En waarom wil je het blijven spelen? Als we dit zouden weten, zou het onderwijs één groot spel worden! Goed idee toch? Johan Huizinga (1983) schreef ooit de definitie over spel op in het boek Homo Ludens, wat 'Spelende mens' betekent. Spel moet een vrije handeling zijn, spel moet fictief zijn en er hoeft niet per definitie nut achter te zitten. Het hoeft niet binnen bepaalde tijd en ruimte voltrekt te worden, maar er zijn wel regels. Daarnaast komen gemeenschapsverbanden aan bod. Hieraan kan het model van Salen en Zimmerman (2010) gekoppeld worden. Zij benoemen drie factoren die het spel maken:
Daarnaast komen ook nog de drie pijlers van Luc Stevens (1994) om de hoek kijken. Wanneer je een spel speelt, ben je (onbewust) bezig met deze drie sociale basisbehoeften. Deze komen terug in de Self Determination Theory van Deci & Ryan.
verloop van het spel, hierdoor wordt je competent in het spel.
winnen.
Samen een spel spelen is leuker dan alleen (Brouwers, 2010). Om deze eerst dag gamification af te sluiten, ben ik zelf een online game gaan ontwerpen. Doordat ik wist welke elementen er kwamen kijken bij het bouwen van een spel, ben ik aan de slag gegaan met Game Kit. Een tool ontworpen door Het Klokhuis, waarbij iedereen een eigen game kan maken. Ik ben helemaal enthousiast geworden en wil dit zeker nog eens uitproberen in mijn klas. Hierover later meer bij het kopje ''Tools''. Gamification 2.0 begon met het gebruiken van game elementen in niet-game contexten, zoals in het onderwijs. Bepaalde onderdelen moeten in een spel zitten, om het tot een succes te maken:
Dit was het weer voor deze week, volgende week ga ik over op de uitvoering van mijn onderwijsontwerp en zal hierover een nieuw blog weide. Ik heb er onwijs veel zin in en ben benieuwd naar de reacties van de leerlingen! Houd mij dus in de gaten!
Bronvermelding: - Brouwers, H. (2010) Kiezen voor het jonge kind. Bussum: Coutinho. - Huizinga, J. (1938) Homo Ludens. - Lantz, F. & Zimmerman, E. (2010) Rules, Play and Culture: Towards an Aesthetic of Games. Essay. Dit was een volle week, vol input! Overstroomd met leuke ideeën en gave opdrachten. Gelukkig krijgt mijn onderwijsontwerp ook steeds meer vorm en ga ik het gieten in het ''veilig internetten''. Op stage zijn ook de eerste stappen gezet en heb ik de eerste tools gebruikt in mijn les! Op de Pabo ben ik deze week aan de slag gegaan met de ondernemingszin, 21st Century Skills en Vier in balans. Deze week begon met twee dagen stage. In deze dagen ben ik begonnen met het introduceren van de eerste Tools in mijn klas. Gelukkig liet de techniek mij deze week niet in de steek en ben ik gestart met Padlet, (meer hierover bij mijn tool beschrijvingen) bij een Aardrijkskundeles over Frankrijk. De kinderen vonden het werkelijk onbegrijpelijk, hoe ineens iedereen op een eigen iPad onze muur kon vullen, prachtig! Daarnaast ook kort het programmeren geïntroduceerd met Ko de Kraker. Enkele kinderen hadden wel het doorzettingsvermogen om de levels uit te spelen, anderen haakte af. Woensdag weer een dagje aanbod in Den Bosch, de dag begon actief met een potje ''Stoeldammen''. Nu zul je denken wat is dat nu weer, nou dat dacht ik dus ook! De stoelen werden opgesteld in de vorm van een piramide en gevuld met studenten. In ''het veld'' waren twee lege plekken. Het was de bedoeling om elkaar te ''slaan'' zoals bij dammen, totdat er iemand over zou blijven. En ja hoor, je raadt het al! Wij als zooitje ongeregeld kregen dit natuurlijk niet voor elkaar. En dat had alles te maken met ondernemingszin, in de zin van leiderschap. Normaal is er één leider in de groep, nou bij ons waren er een stuk of 20! Een grote chaos dus. Ikzelf hield me meer op de achtergrond, want als iedereen het denkt te weten hoe het moet en dat ook nog eens gaat roepen, ja dan krijg je dit. Vervolgens ging het aanbod verder met ondernemingszin: ''Wilt u a.u.b. een klein stukje opzij, dan kan ik me door ontwikkelen'', is de zin uit ondernemersland. Als je iets wilt, dan gaat dit je lukken. Ondernemingszin heeft te maken met het herkennen van latente talenten, talenten die nog niet zijn ontdekt en het ontwikkelen van erkende talenten. Kansen zien! Ondernemingszin bestaat uit creativiteit & zelfsturing (Laevers & Bertrands, 2004), met daaronder de bouwstenen:
Het profiel van een creatief persoon ziet er als volgt uit:
Hieronder bespreek ik mijn resultaten: Na het invullen van een 40-tal stellingen, is dit mijn resultaat. Ik kan me erg vinden in de uitslag. Ik omschrijf mezelf als een harde werker, als ik ergens voor ga, ga ik er ook voor de volle 100% voor. Daarnaast ben ik ook erg perfectionistisch en wil ik het graag heel gestructureerd uitvoeren. In onderwijsland kan dit een struikelblok zijn, maar dat heb ik nog niet zo ervaren. Door de tijd heen, ben ik wel steeds ''vrijer'' geworden en laat ik eerder die structuur los. Van het ondernemerschap, vliegen we door naar de 21st Century Skills! Wie kent die nu niet? Als bij u het antwoord 'ik' is, dan moet u maar eens de tijd nemen, voor het lezen van deze blog! De 21st Century Skills maken namelijk een implementatie in het primair onderwijs. Wat moeten jongeren nu leren om optimaal voorbereid te zijn op de samenleving in de 21ste eeuw? Naast taal en rekenen en de kernvakken, zijn de competenties samenwerken, creativiteit, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang. Ook een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding komen van pas in de 21ste eeuw (Voogt & Roblin, 2010). Hierdoor veranderd in de toekomst ook de manier waarop jij je onderwijs inricht. Is dit nog leerkracht gestuurd, zelf onderzoekend of zelfs leerling gestuurd onderwijs? De leerlingen van nu, moeten voorbereid worden op de toekomst, voor banen die misschien nu nog helemaal niet bestaan. Maar kunnen we dit dan nu al wel doen? JAZEKER! Met behulp van de 21st Century Skills. Draai niet zomaar een methode lesje af, maar ga zelf op ontdekking met de kinderen en val een keer door de mand, je weet dan in ieder geval wel dat je het geprobeerd hebt! Dit is dan ook de boodschap die ik mee wil geven aan de huidige onderwijsgeneratie. Je kunt niet stil blijven staan, je moet nu mee, anders haak je af! En daarnaast gaan de 21st Century Skills niet alleen over ICT-vaardigheden en mediawijsheid. Ze gaan over een nieuwe manier van leren, leven en werken. Met het integreren van 21st Century Skills, raken leerlingen beter uitgerust voor hun toekomst in onze dynamische maatschappij. Zelf ben ik ook aan de slag gegaan met de 21st Century Skills, in de vorm van een digitaal prentenboek. De competenties uit het model hierboven, die hierbij komen kijken zijn:
Bij het maken van een digitaal prentenboek, werk je niet alleen aan de 21st Century Skills. Ook de bovenste lagen van de Taxonomie van Bloom (2001), komen hierbij kijken. Je leert dan vooral door het toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Daarnaast kan het ook gekoppeld worden aan het T-Pack model, doordat de kinderen namelijk de vrijheid krijgen om hun eigen creativiteit in het ontwerp te stoppen. Na deze inspirerende dag, ben ik op donderdag afgereisd naar het zonnige Tilburg. Hier begon de dag met 4 in balans: dit model geeft onderwijs handvatten om tot een succesvolle uitvoering van ICT te komen. Het model beschrijft waarmee rekening gehouden moet worden en geeft inzicht in de opbrengsten die voor een school behaald kunnen worden. Om het gebruik van ICT te laten slagen moet je denken aan de volgende vier bouwstenen:
Deze vier bouwstenen staan constant met elkaar in verband. Deze moeten daarom ook goed op elkaar worden afgestemd. Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat er iemand is die hier de leiding in neemt, daarbinnen de juiste keuzes maakt en de samenwerking op een juiste manier op elkaar afstemt. De leider binnen deze groep moet aandacht hebben voor de veranderingen en moet positief zijn om deze veranderingen te laten slagen. Het leiderschap loopt hierbij als rode draad door de vier bouwstenen heen. Pas als deze vier bouwstenen goed werken kan ICT winst opleveren. Om te bepalen of een bepaald idee of plan rendement kan opleveren, wordt gebruik gemaakt van de kennispiramide. Elk nieuw onderwerp begint met een idee, dit idee moet natuurlijk uitvoerbaar kunnen zijn. Maakt ICT deze ideeën en opbrengsten ook waar? Ook moet de meerwaarde ervaren worden door ouders/leerkrachten of leerlingen en deze opbrengsten moeten aantoonbaar zijn. De juiste inzet van ICT in het onderwijs zorgt ervoor dat:
Ik ben me ervan bewust geworden dat het belangrijk is om een visie te gaan vormen rondom media in de klas. Ik hoop daarom de komende weken mijn visie compleet te kunnen maken, om daarmee mijn stageschool te inspireren. Een tip! Met deze visieversneller kun je samen met je team jullie visie bepalen. Zo krijg je snel een beeld over het onderwijs dat jullie als groep belangrijk vinden! Ook ga ik de komend tijd verder met het ontwerpen van mijn onderwijsontwerp, waarin ik veel verschillende tools ga gebruiken rondom ''Veilig internetten'', vet gaaf! Maar ook wil ik proberen om elke stagedag media op een andere manier in te zetten in mijn klas. Verder was deze dag gevuld met twee Skypebattles! Nee, dit keer geen Twitter, maar Skype! En wat was dit gaaf! Het begon met Rob Vervoort vanuit Burkina Faso, juist ik had er ook nog nooit van gehoord. Hij is twee jaar geleden afgestuurd aan de Pabo en na een jaartje invalwerk heeft hij de uitdaging opgezocht in Afrika. Hier is hij zowel leerkracht, als directeur van een school. Hij had wat vragen voor ons, waardoor we meer te weten kwamen over Burkina Faso en wij wilde natuurlijk nog wat meer weten over zijn leven daar. Het was erg leuk om te zien hoe betrokken iedereen was en hoe simpel het eigenlijk is om zoiets mogelijk te maken. Dit is dan ook één van mijn activiteiten in mijn onderwijsontwerp, verder verklap ik er nog niet teveel over! De tweede Skyebattle was met groep 6 van basisschool De Hoef & Hugo waar Stefan werkzaam is. Zij hadden voor ons een game bedacht, wij moesten in teams vragen beantwoorden en daarvoor verschillende media apparaten raadplegen. Uiteindelijk bracht een goed antwoord ons steeds een level verder. Ik vond het erg leuk bedacht en zeker een leuk idee om een keer met mijn eigen klas uit te voeren, voor een andere klas! Ik ga weer verder met mijn onderwijsontwerp en jullie horen hierover later meer! Het begint echt al iets te worden, gaaf wordt het zeker! Bronvermelding:
21st Century Skills. http://www.kennisnet.nl/themas/21st-century-skills/vaardigheden/benodigde-vaardigheden-voor-de-21ste-eeuw/. Bezocht op 21-05-2015. Anderson, L., Krathwhol, D. & Bloom, B. (2001). A taxonomy for learning, teaching, and assessing: A revision of Bloom’s taxonomy of educational objectives. Allyn & Bacon. Creemers, M. (26-07-2011). 21st Century Skills; onderwijs in de 21e eeuw. http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/21st-century-skills/. Bezocht op 21-05-2015. Kennisnet (2012/2013). Vier in balans monitor: De laatste stand van zaken van ICT in het onderwijs. http://www.kennisnet.nl/themas/professionaliseren/vier-in-balans-tool/. Bezocht op 21-05-2015. Kennisnet Visieversneller. http://visieversneller.kennisnet.nl/v2/kamer1.php?nummer=3231. Bezocht op 21-05-2015. Leavers, F. & Bertrands, E. (2004). Ondernemingszin (h)erkennen. Leuven: CEGO Publishers. Leiderschapstest. http://www.locomotiva.nl/test.php. Bezocht op 21-05-2015. Padlet. https://nl.padlet.com/. Bezocht op 21-05-2015. Taxonomie van Bloom. http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-leeractiviteiten/bloom. Bezocht op 21-05-2015. Voogt, J. & Roblin, N. (2010). Discussienota 21st Century Skills. http://www.21stcenturyskills.nl/onderzoek/. Bezocht op 21-05-2015. Een nieuwe, korte week is van start gegaan. Dit betekende niet, dat er minder hard gewerkt moest worden. Juist niet! Op stage ben ik deze week begonnen met mijn minor en op woensdag was er een overvol, maar interessant aanbod op de Pabo! Op stage ben ik rustig begonnen, door te vertellen wat de minor precies inhield en ze kennis laten maken met wat ''simpele'' tools, om mee te starten. Ik merkte direct dat ze nog niet voor al het ''nieuwe'' open staan. Ik ben daarom begonnen met enkele activiteiten op www.schoolbordportaal.nl. De kinderen waren erg betrokken en enthousiast over de spelletjes, vooral de ''Dieren Sudoku'' viel in de smaak bij groep 7! Daarnaast wilde ik deze week starten met het maken van de Bitstrips met mijn klas. Helaas liet de techniek mij in de steek en hoop ik hier volgende week een begin mee te kunnen maken, hier later meer over. Na twee dagen stage, was er woensdag opnieuw aanbod in Den Bosch. Dit beloofde een indrukwekkende dag te worden, met als thema: INNOVEREN binnen het onderwijs! Deze dag zijn we gestart met topvrouw Nienke Meijer, voorzitter van collega van bestuur van Fontys Hogescholen. Via www.nearpod.com werden wij als studenten direct actief ingeschakeld bij haar presentatie. Deze tool maakt het mogelijk om zowel vragen als antwoorden te versturen naar studenten, tekeningen te maken etc. Op deze manier wordt het onderwijs meteen interactief. ''ICT kan niet meer worden weggedacht uit onze maatschappij'', aldus Nienke Meijer, dus ook het onderwijs moet op de schop. Leerkrachten moeten er ook aan geloven, er is geen tijd meer om stil te blijven staan, we moeten vooruit! We moeten de kinderen van nu voorbereiden op de toekomst, misschien voorbereiden op banen die nu nog helemaal niet bestaan. Maar kan dit wel? Jazeker, de 21st century skills kunnen hiervoor een goed hulpmiddel zijn. Deze 21st century skills zijn nodig om zowel te werken als te leven in de huidige maatschappij, in een latere blogpost zal ik hier verder op in gaan. Ik werd stil van onderstaand filmpje, het zet je aan het denken over de toekomst, we weten allemaal hoe het moet, maar doe het dan ook! ''Als ik meer fouten maak dan jij, dan win ik!'' (2013). De boodschap is nog altijd: ''Doen is de beste manier van denken''. Daarnaast maakte we kennis met de innovatietheorie van Rogers (2003). Deze theorie vertelt iets over de verspreiding van een innovatie binnen een groep. Rogers onderscheid vijf stadia, waarin vijf verschillende groepen worden onderscheiden die het product of nieuwe idee accepteren:
Laat in de Poll hieronder achter wat voor mediagebruiker jij bent! ''Een innovatie slaagt wanneer je open staat voor vernieuwing, wanneer de innovatie voor een lagere tijd gebruikt wordt en zichtbaar is, wanneer er meerdere mensen geïnteresseerd zijn in de innovatie en wanneer de innovatie opgenomen wordt door een groepsproces''. Dit zijn succesfactoren die van belang zijn bij het willen innoveren. Waar moet je op letten zodra je iets innovatiefs wilt gaan brengen?
Na deze interessante ochtend, kwam Sarah Bergens invliegen voor een creatieve sessie, voor een idee voor ons onderwijsontwerp tijdens deze minor. ''Je moet vernieuwen, stilstaan is geen optie, over grenzen durven kijken en kansen durven pakken''. Na verschillende activiteiten en creatieve ideeën, was het tijd om deze ideeën vorm te gaan geven. Hiervoor zijn we in groepjes aan de slag gegaan om een idee te krijgen voor het onderwijsontwerp. Ik ben er nog niet helemaal uit wat ik precies wil gaan doen, maar iPads, Skype, veilig internetten en het maken van een digitaal prentenboek zullen niet ontbreken in mijn lessen voor groep 7, ook wil ik groepsoverstijgend gaan werken. Nog genoeg te doen dus, ik ga nog even door met brainstormen, hierover horen jullie later meer! Bronvermelding: Rogers, E.M. (2003). Diffusion of innovations (5th ed.). New York. Schoolbordportaal. http://www.schoolbordportaal.nl/index.html. Bezocht op 14-05-2015. Nearpod. www.nearpod.com. Bezocht op 14-05-2015. Vrije Denkers (2013). Doen is de beste manier van denken. https://www.youtube.com/watch?v=GUTM8xnh7DM. Bezocht op 14-05-2015. Deze week ben ik gestart met mijn laatste minor, voordat het afstuderen kan beginnen. Namelijk de minor: Kind, Leren & Media. Voordat ik ga vertellen hoe deze eerste week eruit zag, wil ik mezelf eerst even voorstellen: ‘’Mijn naam is Daisy Schuurmans, ik ben 20 jaar jong en woon in Sint-Michielsgestel. Ik ben derdejaars student aan Fontys Pabo te ’s-Hertogenbosch. De komende weken ga ik in de klas aan de slag met verschillende Tools en ICT-vaardigheden. Hiervoor loop ik stage op Basisschool De Touwladder in Sint Michielsgestel in groep 7. Ik wil graag leren hoe ik op verschillende manieren, media kan toepassen in mijn lessen’’. Op woensdag 29 april zijn we met 28 studenten gestart aan de Minor Kind, Leren & Media. Na een warm welkom in 's-Hertogenbosch, zat de sfeer er al goed in. Bernolf Kramer had namelijk, zonder de student te kennen, heel veel informatie op internet gevonden van deze student. Dit ging van foto’s van de huiskamer, tot de telefoonnummers van zijn ouders. Nu was het de bedoeling dat wij ook meer van elkaar te weten zouden komen, zodat we elkaar beter konden leren kennen. Dus internet werd afgespeurd naar leuke weetjes en feitjes van een bepaalt persoon! Uiteindelijk was ook ik aan de beurt en viel het reuze mee, behalve dan dat ik altijd kauwgom eet tijdens een korfbal wedstrijd! Om jezelf daarna even kort voor te stellen, had iedereen een Bitstrip gemaakt, zie hieronder mijn resultaat: TPACK-model TPACK, ik heb er wel eens van gehoord, maar heb er nog nooit bewust bij stil gestaan in de klas. Maar daar zal vanaf nu verandering in komen! TPACK staat namelijk voor Technological, Pedagogical, Content, Knowledge. Dit betekend niets anders dan de specifieke deskundigheid van leerkrachten om de kennis en de vaardigheden die bij een vak horen, op een aantrekkelijke en begrijpelijke manier te presenteren aan de leerlingen, met behulp van ICT. Het TPACK-model is ontwikkeld door Mishra en Koehler (2006). Dit model begint met de Content knowledge, de vakinhoud, de leerstof die je leerlingen moeten weten. Hoe de leerlingen de leerstof moeten kennen is de pedagogical knowledge, didactiek. Elke leerkracht probeert zo goed mogelijk de didactiek op de vakinhoud af te stemmen, zodat de leerlingen het beste kunnen leren. De vraag vanuit het TPACK-model is, wanneer ICT een meerwaarde biedt, dat is de technolgical knowledge, oftewel de ICT. Deze drie inhouden vormen het TPACK-model, dat betekent dat je als leerkracht moet weten hoe je ICT inzet bij de didactiek, om de vakinhoud over te brengen. Hierbij is altijd sprake van een context, deze bepaalt een groot deel van de mogelijkheden. Om goed te TPACKe, moet je weten waar ICT meerwaarde biedt in het onderwijs. Hieronder wordt het TPACK-model nog eens uitgelegd, middels een filmpje: Wij als groep zijn direct actief aan de slag gegaan met het TPACK-model, namelijk door het spel te spelen wat Erik Meester ontworpen heeft: http://www.e-meester.nl/tpack/. Vanuit elke categorie wordt een kernwoord gekozen, op basis hiervan ga je een les bedenken. Zo werd de theorie direct gekoppeld aan de praktijk, dit zou ik zo toe kunnen passen in mijn lessen! Tot slot hebben we deze eerste leerzame dag afgesloten met de leerecologieën van Van den Beemt (2013). Dit heeft betrekking op de verschuiving van de leermodellen: De eerste twee komen je waarschijnlijk bekent voor, de leerkracht bepaalt wat er gebeurd en de leerlingen voeren de handelingen uit die van hem verwacht worden, zo niet, dan krijgt de leerling straf. Bij het tweede voorbeeld worden coöperatieve werkvormen ingezet. De leerling heeft steeds meer behoefte aan voorbeeld twee: de leerling bepaalt, waarin ICT een steeds belangrijkere rol speelt. Een niet-lineair systeem, dat voor veel interactie zorgt (Robinson 2010), is voor veel leerkrachten nog onbekend terrein. Mijn boodschap aan deze leerkrachten is: STAP UIT DIE COMFORT ZONE! Zoek uitdagingen op en durf die stap te zetten! Het volgende onderwerp wat hier mooi bij aansluit, is het programmeren. Kinderen worden hier van jongs af aan al mee geconfronteerd. Maar toch blijkt dit erg lastig te zijn, wanneer de leerlingen de leerkracht instrueren over de handelingen bij het smeren van een boterham. Bekijk onderstaand filmpje maar eens: Wanneer de kinderen de handelingen stap voor stap uitleggen aan de leerkracht, is dit de eerste stap van het programmeren. Code kinderen noemt dit ook wel: Umplugged programmeren. De kinderen leren hoe programmeren werkt, zonder gebruik te maken van een computer. Tijdens de les ben ik geïnspireerd geraakt door de website van Code Kinderen: http://www.codekinderen.nl/home/. Dit wil ik dan ook zeker gaan gebruiken in mijn klas, zodat de kinderen erachter komen, hoe lastig programmeren eigenlijk is! Dag 2 begon met het deelnemen aan het onderzoek van Noortje Jansen, op de zonnige leslocatie in Tilburg. Zij doet namelijk onderzoek naar integratie van ICT-tools bij lesvoorbereidingen. De tools die wij konden gebruiken in onze lesvoorbereiding waren onder andere: - Bubbl.us, kan worden gebruikt om mindmaps te maken. - Socrative, is een tool waar quizzen mee gemaakt kunnen worden. - Padlet, zorgt ervoor dat je teksten en plaatjes op een zelf gekozen plaats op de 'wall' kan geven. Twitterbattle! De groep bruiste van de energie en die energie konden we goed gebruiken bij de volgende opdracht. Na een korte uitleg over de social media tool Twitter, gingen we aan de slag met een Twitterbattle. Zo konden we het ‘’Twitteren’’ zelf ervaren. Als groep kregen we ander halfuur de tijd, om zoveel mogelijk van onderstaande opdrachten uit te voeren: - Zorg voor RT van buiten deze groep. - Maak contact met een BN'er in het onderwijs - Wie ontvangt een foto van de verste locatie? - Ontvang een quizvraag vanuit en over iedere provincie. - Regel een gratis excursie of gadget voor jezelf of groep. Ik maakte deel uit van team #klmroze. We gingen vol goede moed aan de slag, maar helaas waren niet al onze opdrachten gelukt. Ik zou zelf niet zo snel een Twitterbattle starten met mijn klas. Hiervoor moeten de kinderen eerst allemaal een account aanmaken en toch al aardig wat volgers hebben en door wat mensen gevolgd worden, anders is het erg lastig om personen te bereiken. Na een snelle uitleg over de mogelijkheden van PowerPoint, was het tijd om zelf eens wat uit te gaan proberen. Als snel kwam ik erachter dat er ontzettend veel mogelijk is in dit programma, maar dat het ook veel tijd kost om te maken. Maar niets is onmogelijk, zelfs een spel kun je erin maken! Daarnaast kwam ook nog even de piramide van Maslow (1943) voorbij. Deze piramide bestaat uit de basisbehoeften van de mens. Hij ziet er als volgt uit: Tegenwoordig zijn er nog twee basisbehoeften bijgekomen, namelijk Wi-Fi en de batterij. Als deze twee ontbreken, ontstaat er bij mij ook al snel een soort van paniek. Mindset We kregen de opdracht om een kraanvogel te vouwen. Mijn eerste gedachte was: ‘’Dat lukt me toch niet!’’ en mijn tweede gedachte was ‘’Wat heeft dit met Kind, Leren & MEDIA?? te maken?’’ Al snel werd duidelijk dat mijn eerste gedachte juist was, maar mijn tweede niet! Uit deze opdracht werd namelijk duidelijk dat iedereen met een andere mindset de opdracht heeft uitgevoerd. Ik spreek hierover de fixed mindset (hier had ik last van tijdens deze opdracht) en de growth mindset. Fixed mindset wordt ook wel de vaststaande mindset genoemd, uitdagingen vermijden versus de growth mindset, de op groei gerichte mindset, het omarmen van uitdagingen. Bekijk de verschillen in het filmpje: Deze week sloten we af met een bezoek van Antoine van den Beemt, schrijver van het boek ‘’Interactieve Media’’ (2013). Ook bij hem nemen wij deel aan zijn onderzoek. Onze opdracht is namelijk om een les van een leerkracht bij te wonen die ICT in zijn les gebruikt. Hiermee ga ik na de vakantie aan de slag, zodat ik een beginsituatie kan schetsen en deze mee kan nemen in mijn eigen onderwijsontwerp.
De eerste week zit er alweer op, een week met heel veel nieuwe indrukken en al heel veel nieuwe (ICT) vaardigheden en tools. Ik kan niet wachten om met mijn groep aan de slag te gaan en te gaan experimenteren! Laat die 21st Century skills maar komen! Maar nu eerst vakantie! Bronvermelding: Beemt, A. van den, & Vervoort, R. (2014). Leren met interactieve media. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Bitstrips. http://www.bitstripsforschools.com/login/?url=%2Fclassroom%2FVC68%2Factivities%2FW1WF%2FQZT17%2F. Bezocht op 01-05-2015. Bubbl.us. https://bubbl.us/. Bezocht op 01-05-2015. Code Kinderen. http://www.codekinderen.nl/home/. Bezocht op 01-05-2015. Kerpel, A. (2013). Mindset. http://wij-leren.nl/mindset-talent.php. Bezocht op 01-05-2015. Maslow. http://www.leren.nl/cursus/management/motiveren/maslow.html. Bezocht op 01-05-2015. Meester, E. TPACK. http://www.e-meester.nl/tpack/. Bezocht op 01-05-2015. Metoyer, M. (2014). Growth vs Fixed mindset. https://www.youtube.com/watch?v=brpkjT9m2Oo. Bezocht op 01-05-2015. Padlet. https://nl.padlet.com/. Bezocht op 01-05-2015. SLO & Universiteit van Amsterdam. (2013). TPACK. http://www.tpack.nl/. Bezocht op 01-05-2015. Socrative. http://www.socrative.com/. Bezocht op 01-05-2015. Zuiderman, D. (2014). TPACK Xplained. https://www.youtube.com/watch?v=Brz0WXJxUyw. Bezocht op 01-05-2015. |